Rotterdams Orgel Archief
André Verwoerd (*1926)
André Verwoerd werd geboren in Rotterdam en kreeg zijn eerste orgellessen van Wim Kooy, organist van de Bergsingelkerk. Hij studeert aan het Rotterdams conservatorium en wordt als organist benoemd aan de Grote Kerk van Overschie. Ook neemt hij orgellessen bij A.C. Schuurman en George Stam. Na zijn tijd in Overschie wordt hij benoemd als organist van de Prinsekerk en later van de Pauluskerk. Ook wordt hij benoemd als hoofdvakdocent orgel aan het Rotterdams conservatorium, waar hij tal van bekende organisten zal opleiden. Vanaf 1981 tot 2008 was hij organist van de Grote- of St. Janskerk te Schiedam.
Voor orgel schreef hij:
– Toccata
Berthold Tours (1838 – 1897)
Geboren in Rotterdam als zoon van Laurensorganist Bartholomeus Tours. Hij werd muzikaal onderricht door zijn vader en later door Johannes Verhulst. Ook studeerde hij compositie bij Fétis (Brussel) en Richter (Leipzig). In 1861 vestigde hij zich in Londen waar hij behalve als organist vooral als violist naam zou maken.
De van hem bekende orgelcomposities zijn:
– Menuet in g kl. Terts
– Fantasia in C
– Allegretto grazioso
– Postludium in D
Marius Monnikendam (1896 – 1977)
Geboren in Haarlem, studeerde Monnikendam aan het Amsterdamsch Conservatorium bij Sem Dresden en Jean-Baptiste Charles de Pauw. In 1925 kon hij dankzij een beurs van de staat compositie studeren in Parijs bij Vincent d’Indy en Louis Aubert. Ook was hij aldaar bevriend met Charles Tournemire. Daarna werd hij docent theorie en compositie aan het Rotterdams Conservatorium en het Amsterdams Muzieklyceum. In 1932 stapte hij over naar het Rotterdamse katholieke dagblad De Maasbode, waarvan hij muziekredacteur was tot in de vroege jaren zestig, ook nog na de fusie met De Tijd. Eén van zijn belangrijkste werken (ook voor R’dam!) is “Arbeid, een symfonische beweging” voor groot orkest. Dit zich sterk motorisch ontwikkelende werk is geïnspireerd door de bedrijvigheid van de R’damse havens. Monnikendam was ook werkzaam als orgeladviseur en zorgde in die hoedanigheid voor behoud en plaatsing elders van de beide orgels van de v.m. kathedraal a/d Westzeedijk. In zijn lange werkenlijst nemen de orgelwerken een voorname plaats in.
Te noemen zijn:
– Toccata I en II
– Fugue sur les petits et grands jeux
– Sonata da Chiesa
– Choral, Postludium
– Inventionen
– Prelude The Bells
– Toccata Pentecostal
– Variazioni per la notte di natale
Jan Barend Litzau (1822 – 1893)
Litzau werd in Rotterdam geboren en kreeg zijn onderricht van de organisten J.B. Bremer en Barth. Tours, destijds organist van de Laurenskerk. Van 1843/55 was hij organist van de St. Mary’s Church om daarna, tot 1890, als organist verbonden te zijn aan de Lutherse Kerk. Zijn grote interesse lag in de polyfonie en het contrapunt. Niet voor niets ws hij dan ook een groot bewonderaar (en uitvoerder) van het werk van J.S. Bach. Naast enkele piano- en koorwerken lag het zwaartepunt van zijn compositorische werk toch bij het orgel.
Voor orgel schreef hij o.a.:
– Inleiding, variaties, fuga en koraal
– Einleitung und Doppelfuge, Fuge a 5 Voci über “Aus tiefer Noth”
-3 Sonates
– Concertsatz im strengen Stil über vier Subjecten
– vele koraalbewerkingen en transcripties van werk van o.a. Bach en Graun
Johann Th. Lemckert (*1940)
Johann Th. Lemckert (1940, Den Haag) werd reeds op 28-jarige leeftijd benoemd tot organist-titularis van de drie orgels van de Laurenskerk. Hieraan vooraf studeerde hij aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag waar zijn belangrijkste docenten waren: Adriaan Engels voor orgel, contrapunt, harmonie, fuga en kerkmuziek; Jan de Man voor piano; Janny van Wering voor klavecimbel en basso continuo en Jan van Dijk voor harmonische- en vormanalyse. In latere perioden rondde hij verschillende andere studies af; voor improvisatie bij Cor Kee, voor Franse barokmuziek bij Marie-Claire Alain en een tweetal jaren bij Gaston Litaize in Parijs voor specialisering in het oeuvre van César Franck en van Olivier Messiaen.
Als concertorganist trad hij behalve in Rotterdam zeer regelmatig op in bijna alle West-Europese landen en op de bekendste orgelpodia. Als hoofddocent voor orgel, kerkmuziek en improvisatie aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag leidde hij vele jonge organisten op. Tijdens zijn loopbaan verwierf Johann Th. Lemckert verschillende onderscheidingen zoals de zilveren Fock-medaille voor het beste solistenexamen (1965) en later de prestigieuze PRIX D’EXCELLENCE, beide aan het Koninklijk Conservatorium te Den Haag. Voorts de Erasmusspeld van de stad Rotterdam en het ‘Diplôme de Médaille d’Argent’ van de Société Académique des Arts, Sciences et Lettres (afdeling van de Académie Française) in Parijs.
Voor orgel schreef hij o.a.:
– partita’s
– koraalpreludes
– Chamadron
– Louanges
– Jesu dulcis memoria
– Triptique
– Palmarum
Gerard Legierse (*1951)
Geboren in Rotterdam en aldaar als organist werkzaam geweest in o.a. de kerken van de H. Familie (Veurstraat) en Michaël en Clemens (Charlois). Sinds 2004 organist van de St. Bonifatiuskerk te Rijswijk. Hij kreeg zijn eerste pianolessen van Ton Vijverberg en studeerde daarna aan het Rotterdams Conservatorium de hoofdvakken orgel en piano resp. bij André Verwoerd en Elly Salomé. In 1977 en 1980 sloot hij deze studies af met het behalen van de beide diploma’s. Vervolgens studeerde hij hoofdvak koordirectie bij Barend Schuurman aldaar. In 1979 behaalde hij het solistendiploma “met onderscheiding”.
In 1989 studeerde hij aan het Conservatoire National de Région de Paris interpretatie en improvisatie bij Marie-Louise Jaquet en Jean Langlais. Hij is actief als concertgever en docent.
Voor orgel schreef hij:
– Toccata in d
Samuel de Lange (1811-1884)
Samuel de Lange sr. speelde een belangrijke rol in het 19e-eeuwse Rotterdamse muziekleven. Hij werd opgeleid tot pianist, organist en componist. Tot zijn leraren behoorde Johannes van Bree. Tot aan zijn dood in 1884 bekleedde hij de functie van organist van successievelijk de Waalse Kerk, de Zuiderkerk en de Laurenskerk in Rotterdam. Hij was tevens docent aan de Toonkunst Muziekschool, beiaardier en medefirmant van de fa. Rijken & De Lange. Als pianist en kamermusicus trad hij geregeld op voor de vereniging “Eruditio Musica”, soms ook samen met zijn twee zonen, Daniël de Lange en Samuel de Lange jr., die later beroemde musici werden. Als componist is Samuel de Lange sr. vooral bekend geworden door zijn orgel- en pianowerken.
Voor orgel schreef hij o.a.:
– 4 Fantasie-Sonates
– Koraalfantasie “God enkel Licht”
– Andante in Es gr.
– Variationen über das Niederlandsche volkslied “Wien Neerlandsch bloed”
Henk Klop (1946-2017)
Geboren in Hardinxveld-Giessendam kwam Klop op 16-jarige leeftijd terecht op het Rotterdams conservatorium waar hij orgel en piano studeerde bij resp. Jet Dubbeldam en Arie Keijzer. In 1969 slaagde hij cum laude voor zijn eindexamen orgel. Hierna vervolgde hij zijn studie te Parijs bij Jean Langlais. In 1972 ontving hij de Prix d’Excellence in Rotterdam. Met name in de 70er jaren was Klop frequent te horen als concertorganist en improvisator en werd zijn spel veelvuldig opgenomen door o.a. de NCRV. In zijn laatste jaren wijdde hij zich volledig aan zijn composities en zijn werk als beeldend kunstenaar.
Zijn composities ademen een Franssymfonische geest, o.a.
– Six Choral Preludes
– Prière
– Lamento
– Toccata en la
Arie Jan Keijzer (*1932)
Arie Jan Keijzer was van 1965 tot 1994 als hoofdvakdocent orgel en improvisatie verbonden aan het Rotterdams conservatorium waar hij destijds zelf studeerde bij o.a. Piet van den Kerkhoff. Daarnaast was hij meer dan 20 jaar vaste bespeler van het Doelenorgel. Van 1976 tot 1997 was hij organist van de Grote Kerk te Dordrecht. Ook was hij in Nederland actief als adviseur bij orgelnieuwbouw en restauraties. Keijzer heeft een groot oeuvre op zijn naam staan met werken voor orkest, piano, koor en kamermuziekensembles.
Voor orgel schreef hij o.a:
– Koraalfantasie “Ein feste Burg” (voor het Doelenorgel)
– Fantasia– Intrada
– Prélude et Fugue
– Symphoniën
– Partita’s
– Suite
– zeer vele psalm- en koraalbewerkingen
Piet van den Kerkhoff (1905-1968)
Van den Kerkhoffs naam is onlosmakelijk verbonden aan die van het Rotterdams conservatorium (waar hij tal van prominente organisten opleidde) en van de Nieuwe Zuiderkerk, waar hij vanaf 1929 tot de sluiting van de kerk in 1968 het monumentale Walckerorgel bespeelde als opvolger van zijn leermeester J.H. Besselaar jr. In 1965 werd hem door de Rotterdamse Kunststichting de Penning van de Leuve toegekend, als eerbewijs voor zijn jarenlange actieve inzet en betekenis voor het culturele leven in de Maasstad. In een In Memoriam in Het Orgel van november 1968 schreef W.P. Verheul: “Voor zijn collega’s was hij mild, voor zijn leerlingen een vader. Niemand deed op hem een vergeefs beroep, zodat hij bijna dacht en nacht werkte.”
Voor orgel schreef hij:
– Toccata in a kl. terts
Addie de Jong (1941-1997)
Addie de Jong volgde zijn eerste orgellessen bij Jan J. van den Berg in Delft, zijn geboortestad. Hierna studeerde hij aan het Rotterdams conservatorium orgel en piano bij Piet van den Kerkhoff en Jacques de Monchy. Als leerling van George Stam tenslotte behaalde hij de Prix d’Excellence. Ook studeerde hij beiaard bij Leen ‘t Hart. Hij was van 1962 tot 1967 organist van de Opstandingskerk (Lisplein) en van 1968 tot aan zijn dood van de Goede Herderkerk in Schiebroek. Als vaste beiaardier was hij werkzaam op de torens van Voorschoten, Schiedam, Vlaardingen en Roitterdam. Ook dirigeerde hij vele koren. Zijn belangrijkste composities schreef hij voor beiaard en koor.
Voor orgel schreef hij tal van psalm- en gezangbewerkingen, na zijn dood in 4 delen uitgegeven.
Johannes Godefriedes van Herwaarden (1879-1961)
Van Herwaarden was eerder organist bij de Vrijz. Hervormden in de Nutszaal, de Duitse kerk en de voormalige Schotse kerk. In 1908 werd hij organist van de vroegere Waalse kerk aan de Hoogstraat, welke functie hij tot 1912 bekleedde. In dat jaar werd hij benoemd tot organist van de Zuiderkerk met het fameuze Bätz-Witteorgel. Van Herwaarden was oprichter en dirigent van het operettekoor “Irene”, dat hij 50 jaar leidde.
Na de verwoesting van het Zuiderkerk-orgel is hij organist geweest van de gespaard gebleven Waalse kerk. Hij schreefwerken voor orgel, harmonie- en fanfare-orkest en koorwerken.
Composities voor Orgel:
-Inleiding en dubbelfuga
-Fantasia en Fuga (over “ Zij zullen het niet hebben” )
-Andante Cantabile
-orgelsonate
-Triomfo (met Harmonieorkest)
-Sera seriosa (met Harmonieorkest)
-Preludium en Fuga in Es
Folkert Grondsma (1944-2000)
De organist/componist Folkert Grondsma (1944-2002) studeerde orgel en theorie aan de conservatoria te Groningen en ’s-Gravenhage, en improvisatie bij Cor Kee. Andere docenten waren Wim van Beek, Jean Langlais, Gaston Litaize en Olivier Messiaen (analyse). Hij was docent theoretische vakken en orgel in Rotterdam en organist van de H. Pauluskerk te Den Haag en later van de Hartebrugkerk te Leiden. Ook was hij zeer actief binnen de Gereformde Organisten Vereniging en schreef hij menig artikel voor Organist & Eredienst, het orgaan van deze vereniging.
Voor het Rotte’s Mannenkoor schreef hij Stultitia Laus, een groots opgezet werk voor mannenkoor en orkest op teksten van Erasmus.
Voor orgel schreef hij o.m.:
– koraalpartita’s
– koraalbewerkingen (veelal als muziekbijlage van Organist en Eredienst)
Gerard Bunk(1888-1958)
Gerard Bunk werd door Anton Verheij opgeleid als pianist aan het Rotterdams Conservatorium. In deze tijd was hij organist van Gebouw Irene (Protestantenbond) waar hij het bijzondere Franssenorgel bespeelde. In 1906 vertrok hij naar Bielefeld waar hij les nam bij de pianopedagoog Hans Hermanns. Op aanraden van Max Reger werd Bunk tot leraar aan het conservaorium in Dormund benoemd, aanvankelijk als leraar piano, maar later ook als orgelleraar. Bunk was als organist overigens autodidact! Vanaf 1925 tot aan zijn dood was Bunk organist van de St. Reinoldikirche in Dortmund met haar beroemde Walckerorgels. Hier vierde hij triomfen als concertorganist, kerkmusicus en dirigent. In zijn uitgebreide oeuvre neemt het orgel de blangrijkste plaats in. Zijn nalatenschap wordt beheerd door het Gerard Bunk Gesellschaft (www.gerardbunk.de).
Enkele van zijn belangrijkste werken:
– Legende
– Einleitung, Variationen und Fuge
– Sonate f-moll
– Acht Charakterstücke
– Musik für Orgel c-moll